/-/-/\ EINDWERKSTUK /\-\-\ Voorgaande paragraaf: [[Haesje Claesdochter|1.2]] \\ Of ga terug naar het [[eindopdracht|overzicht]] ------ ====== 1.3 Rechtsvorm, dagelijks bestuur, financiën en doelgroep ====== Het [[Burgerweeshuis2|Burgerweeshuis]] ontstond, zoals eerder reeds werd vermeld, vanuit een volksinitiatief, namelijk "//bij handreikinge van goede mensen//", waarbij ook al duidelijk bleek dat de stad wenste dat het "//synen voort-ganck sal mogen hebben//" [(harvard:>> author : Johannes Christiaan Breen ref-author : J.C. Breen title : Uit Amsterdam's verleden edition : address : Amsterdam published : 1934 publisher : N.V. Drukkerij en Uitgeverij J.H. De Bussy note-pages : 176 url : http://www.worldcat.org/oclc/781827744 )]. Onze interpretatie is dat dit kwam doordat men inzag dat de taken van het Burgerweeshuis eigenlijk in het verlengde lagen van de taken van de Weeskamer, met daarbij de uitzondering dat het Burgerweeshuis zich als gezegd vooral richtte op arme, bezittingsloze wezen. Mogelijk is er echter ook een meer pragmatische reden geweest want door invloed en controle op de zorg te houden, probeerden stadsbestuurders ongewenste profiteurs buiten te sluiten en te vermijden dat armoede tot oproer zou leiden [(harvard:#1)]. Hierdoor, zo vermoeden wij, kon het geschieden dat het weeshuis al snel zou uitgroeien tot wat [[Johannes ter Gouw|Ter Gouw]] bestempelde als "//een stichting der stad//" [(harvard:>> author : Johannes (Jan) Ter Gouw ref-author : J. Ter Gouw title : Geschiedenis van Amsterdam edition : Boek IV address : Amsterdam published : 1885 publisher : Scheltema en Holkema note-pages : 428-429 url : http://www.worldcat.org/oclc/781552408 )]. Dit had vervolgens weer zowel financiële als bestuurskundige gevolgen, want wat het weeshuis behoefde moest de stad betalen [(harvard:#2)] en de vrijwillige weesvaderen en -moeders (ook wel 'weesmeesters' genoemd) worden vanaf dit punt vaak omschreven als [[regent]] of [[regent|regentesse]], die dus in dienst van de stad stonden. \\ \\ Betaald kregen ze hiervoor echter niet, maar het waren populaire vrijwilligersfuncties, welke vele vooral vervulden om ervaring op te doen in bestuurszaken [(harvard:>> author : Maarten Hell; Willem Frijhoff; M Prak; Boudewijn Bakker; et al co-author : Maarten Prak ref-author : M. Hell title : De Oude Geuzen en de Opstand, politiek en lokaal bestuur in tijd van oorlog en expansie 1578-1650 edition : In- Geschiedenis van Amsterdam / II-a Centrum van de wereld, 1578-1650 address : Amsterdam published : 2004 publisher : Sun note-pages : 290-292 ISBN : 9789058751379 url : http://www.worldcat.org/oclc/773543954 )]. Zij werden daarbij dus niet enkel door filantropische overwegingen gedreven, want een aanstelling als regent bij het Burgerweeshuis bleek in veel gevallen inderdaad een opstap naar een loopbaan op het stadhuis te betekenen [(harvard:#3)]. Een bestuursfunctie bij een liefdadigheidsinstelling leverde daarnaast ook veel maatschappelijk aanzien op, zoals onder andere valt af te leiden uit de schilderijen die de regenten lieten maken en welke zij in hun bestuurskamers ophingen. Hierin verwerkten de kunstenaars vaak Bijbelse of allegorische voorstellingen die iets vertelden over de instelling [(harvard:#3)]. \\ \\ Het weeshuis was inmiddels dus een publieke instelling geworden met een vrije toegang waarbij iedereen kon in en uitlopen [(harvard:>> author : Lydia Hagoort ref-author : L. Hagoort title : De weeshuisziekte van 1566 journal : Holland: Historisch Tijdschrift volume : 26 edition : 2 address : Den Haag [etc.] published : 1994 publisher : Historische Vereniging voor Zuid-Holland ('Vigilate Deo Confidentes') note-pages : 71-87 ISSN : 0166-2511 url : http://www.worldcat.org/oclc/781552408 )]. Die open band met burgers was ook van belang voor de financiële overleving van de instelling. Want, hoewel de meest noodzakelijke behoeften nu dus door de stad werden voorzien, was er alsnog regelmatig sprake van voedselschaarste en andere vormen van, niet nader verklaarde, noodlijdendheid [(harvard:#4)]. Deze moeizame financiële relatie met het stadsbestuur leidde ook meer dan eens tot spanningen tussen de weesmeesters en de stad. In [[wp>1562]] is na zo'n dispuut zelfs het hele bestuur van het weeshuis opgestapt [(harvard:#2)]. Het zal dus waarschijnlijk voor meer financiële onafhankelijkheid en stabiliteit zijn geweest dat er wekelijks “met de schel” werd gecollecteerd [(harvard:#1)]. Dit deed een [[wp>belleman]], gekleed in een halfrode/halfzwarte mantel (de kleuren van de weeskleding) [(harvard:>> author : Roelof van Gelder, Renée Kistemacher ref-author : Van Gelder title : Amsterdam 1275-1795: de ontwikkeling van een handelsmetropool edition : Bijgewerkte, Nederlandse editie address : Amsterdam published : 1983 publisher : Meulenhoff Informatief note-pages : 270 isbn : 9029095245 url : http://www.worldcat.org/oclc/15933317 )]. Ook werd er in de Nieuwe Kerk in de vóór- en namiddagpreek voor de stichting gecollecteerd [(harvard:#1)]. Een laatste betrouwbare [[wp>inkomstenbron]] was de [[schouwburg]], welke in het bezit was van de [[regenten burgerweeshuis|Regenten van het Burgerweeshuis]] en de oprichters van de [[wp>Oudemannenhuis|oudemannen- en oudevrouwenhuizen]]. Van de opbrengsten kwam 2/3e ten goede aan het weeshuis en 1/3e aan de oudemannen- en oudevrouwenhuizen [(harvard:#1)]. \\ \\ Maar, ook deze inkomstenbronnen kenden hun grenzen. Door de beperkte financiële ruimte kampte het weeshuis ook regelmatig met fysiek ruimtegebrek, waardoor er eisen gesteld moesten worden aan de toelating van de bezittingloze kinderen. Vanuit de gemeente werd, net als bij de Weeskamer, de eis gesteld dat de door de gemeente gesubsidieerde zorg enkel ten goede mocht komen aan poorterskinderen [(harvard:#1)]. [[wp>poorter|Poorters]] waren Amsterdamse burgers die een geldbedrag aan de gemeente hadden betaald om zodoende aanspraak te kunnen maken op burgerrechten. \\ Een andere eis die aan toelating werd gesteld had betrekking op de leeftijd van de kinderen. In het vroege burgerweeshuis lag de maximale leeftijd van de wezen op 10 jaar en, na [[wp>1564]] zelfs op 9 jaar [(harvard:#1)]. Pas na de verhuizing van na [[wp>1580]] zou de leeftijdsgrens weer worden opgerekt. \\ ------ /-/-/\ EINDWERKSTUK /\-\-\ Volgend hoofdstuk: [[levenbw|2]] \\ Of ga terug naar het [[eindopdracht|overzicht]]