Gebruikershulpmiddelen

Site-hulpmiddelen


financien_weeshuis

Financiering van het Burgerweeshuis

Het Burgerweeshuis was “een stichting der stad”. Wat het weeshuis behoefde moest de stad dus betalen (J. Ter Gouw, 1885). In 1553 werd er wekelijks “met de schelgecollecteerd voor het weeshuis (J.C. Breen, 1934); dit deed een belleman, gekleed in een halfrode/halfzwarte mantel (de kleuren van de weeskleding) (Van Gelder, 1983). Ook werd er in de Nieuwe Kerk in de vóór- en namiddagpreek voor de stichting gecollecteerd (J.C. Breen, 1934). Een andere inkomstenbron was de schouwburg, dat in bezit was van de Regenten van het Burgerweeshuis en de oprichters van de oudemannen- en oudevrouwenhuizen. Van de opbrengsten kwam 2/3e ten goede aan het weeshuis en 1/3e aan de oudemannen- en oudevrouwenhuizen (J.C. Breen, 1934).

Echter deze verscheidene inkomstenbronnen inkomstenbronnen konden niet voorkomen dat het Weeshuis af en toe in geldnood lijkt te zijn gekomen. Hagoort wijst op verschillende resoluties uit de vroedschappen waaruit blijkt dat er sprake was van een niet nader verklaarde noodlijdendheid, welke waarschijnlijk duidde op voedselschaarste ten gevolge van financiële tekorten (L. Hagoort, 1994).

1. ^ Johannes (Jan) Ter Gouw, 1885. Geschiedenis van Amsterdam. Boek IV. Amsterdam: Scheltema en Holkema, pp.428-429.
2. ^ a b c Johannes Christiaan Breen, 1934. Uit Amsterdam's verleden. address : Amsterdam. N.V. Drukkerij en Uitgeverij J.H. De Bussy, pp.176-180.
3. ^ Roelof van Gelder, Renée Kistemacher, 1983. Amsterdam 1275-1795: de ontwikkeling van een handelsmetropool. Bijgewerkte, Nederlandse editie. Amsterdam: Meulenhoff Informatief, pp.270, ISBN 9029095245.
4. ^ Lydia Hagoort, 1994. De weeshuisziekte van 1566. Holland: Historisch Tijdschrift, 26, Den Haag [etc.]: Historische Vereniging voor Zuid-Holland ('Vigilate Deo Confidentes'), pp.75.
financien_weeshuis.txt · Laatst gewijzigd: 2017/06/02 11:33 door 127.0.0.1