Inleiding
De Kalverstraat kent een lange historie. In een door de gemeente en lokale ondernemers gezamenlijk geïnitieerde historische uitgave over de geschiedenis van de straat, welke door geschiedkundige Johan van der Tol werd overzien, wordt ons verteld dat de oudste vermelding van de naam (toen: 'Die Calverstraete') dateert van 4 januari 1393. De naam is destijds opgenomen in een schepenakte 1) (J. Van der Tol, 1993). De oudste bewoningssporen van de straat 2) dateren daarnaast vermoedelijk al uit 1180 (J. Van der Tol, 1993).
Het ontstaan van het Burgerweeshuis, vermoedelijk aan het begin van de 16e eeuw, maakt deel uit van deze, door Van der Tol als 'rijk' gekwalificeerde, historie van de straat. De eerste officiële vermelding van het weeshuis, tevens het pand waarop ons onderzoek gebaseerd is, stamt daarbij uit 1523 (J.C. Breen, 1934). Het pand waarin het weeshuis gevestigd was lag destijds op de Kalverstraat 3), direct ten noorden van de Heilige Steeg 4). Het zou daar verblijven tot aan 1580, toen het weeshuis zou verhuizen naar het, vanuit de alteratie verkregen, Sint Lucienklooster 5) (R. Meischke, 1975).
In het hierna volgende verslag worden verschillende kanten van de geschiedenis van het vroege Burgerweeshuis belicht. In de eerste paragraaf wordt achtereenvolgens ingegaan op de onstaansredenen, de mogelijke oprichtster, de rechtsvorm, het dagelijks bestuur en de financiën van het Burgerweeshuis. In de tweede paragraaf pogen wij, op basis van enkele schaarse bevindingen, een beeld te schetsen van het leven in het vroege Burgerweeshuis. In de derde paragraaf staat vervolgens de veelbeschreven weeshuisziekte van 1566 centraal. Hierna wordt in de vierde paragraaf ingegaan op de vermoedelijke locatie. Een vijfde paragraaf biedt ruimte om de voorgaande bevindingen in verband te brengen met enkele interpretaties rondom de constructie van het pand. In een zesde en laatste paragraaf worden de belangrijkste bevindingen samengevat.
-\-\/ EINDWERKSTUK \/-/-/
Lees verder, hoofdstuk 1
Of ga terug naar het overzicht